betekenisvol leren

betekenisvol leren
de echte werkelijkheid in de school

maandag 11 februari 2013

het schrijven van allerlei soorten teksten

in groep 3-4 schrijven we elke week een tekst.
Die tekst heeft te maken met het thema waaraan we werken.
Er zijn veel soorten teksten. Elke soort tekst heeft zijn eigen kenmerken.
Zo zijn we de afgelopen tijd bezig geweest met informatieve teksten, fantasie (verhalende) teksten, stripverhalen en samenvattingen.

In het thema "ridders en kastelen" zijn het vooral de informatieve teksten die we geschreven hebben (zie hiervoor ook het bericht "zelf boeken maken met groep 3).



Verhalende teksten zijn teksten waar een beroep op de fantasie, de creativiteit van het kind wordt gedaan.
Zo'n tekst schrijven we regelmatig nav een prentenboek of nav een eigen ervaring.
Bijvoorbeeld een prentenboek als "de ridderprinses" nodigt uit om te fantaseren, te bedenken wat het kind zelf zou willen doen en hoe het er wil uitzien als hij/zij zelf een ridder was.
Of droomverhalen als je "droomverjaardag" lokken ook uit te fantaseren. Hoe ziet jouw mooiste, fijnste verjaardag eruit?

Samenvattingen schrijven doen we regelmatig nav een film of ook een prentenboek.
De kunst bij het samenvatten is zo kort mogelijk beschrijven wat je gezien of gehoord hebt. Ter ondersteuning gebruiken we dan vaak nog plaatjes die helpen om een lijn in de samenvatting aan te brengen. Wat is de start, het midden en het eind van het verhaal?

 

En bij stripverhalen gaat het om het schrijven van spreekteksten. En het gebruiken van uitroepen, uitroeptekens, vraagtekens.
We zijn het maken van stripverhalen opgestart door een verhaal in stukken voor te lezen en van elk stukje verhaal een plaatje te tekenen. Het verhaal wat ik in stukjes had voorgelezen was van ridder Ewout, die een ridderproef moest uitvoeren om een echte ridder te worden.






De tweede vorm was naar aanleiding van het filmpje van huisje boompje beestje "mijn verjaardag"' de plaatjes in de goede volgorde te plakken en er spreekteksten bij te schrijven.


Bij alle teksten, die geschreven worden gaan we steeds uit van 3 woorden: wie , wat, waar.

.
wie zie je?
wat zijn ze aan het doen?
waar zijn ze?
Aan de hand van deze kernwoorden wordt elke tekst opgebouwd.
En aan de hand van de woorden die erbij geschreven worden, kunnen zinnen geformuleerd worden.