betekenisvol leren

betekenisvol leren
de echte werkelijkheid in de school

vrijdag 28 december 2012

zelf boeken maken met groep 3

Het tweede thema "ridders en kastelen" is al een aantal weken geleden opgestart in groep 3-4.
De kinderen zijn erg enthousiast over het thema en willen heel veel weten over hoe het leven nu precies was van een ridder op een kasteel.
Dit biedt ons een kans om veel informatie te geven over het leven op een kasteel en die informatie weer te verwerken in allerlei taalacitiviteiten.

We starten vanuit de interesse van het kind. Denk aan het vierveldenmodel.

Ons doel bij dit thema is dat elk kind zijn eigen boek schrijft over
dit thema.
Het schrijven van het boek wordt gekoppeld aan expert lezen.
Zo hebben we iedere week een vast schema.
We geven informatie over het leven op het kasteel door middel van een filmpje, door middel van een boek of door middel van teksten bij expert lezen.

Al deze informatie wordt verwerkt in een tekst van de week. De tekst wordt gereviseerd en die komt samen met een illustratie die de kinderen zelf maken in hun eigen boek.
Alle geschreven teksten worden bewaard in een eigen mapje.
Ook is er een voorkant van het boek ontworpen.
Daarvoor hebben we verschillende boeken bekeken hoe die eruit zien.
En wat er op de voorkant van een boek moet komen te staan.

Deze zelfgemaakte boeken worden straks aan het eind van het thema gepresenteerd aan groep 7.
Voor ons thema begon zijn wij uitgenodigd door deze groep om te kijken naar de boeken die zij hadden gemaakt en geschreven en straks is het dus andersom'.

Ook dat is een motivatie om een mooi boek te maken. Het moet straks gepresenteerd worden.
Daarnaast is alle informatie die in het boek staat ook weer belangrijk voor het inrichten van de themahoek.
Want zo weten we steeds meer hoe het er in een kasteel uitziet en ons kasteel moet natuurlijk ook zo echt mogelijk worden.
We hebben al een ridderzaal waar je spelletjes kan doen. Er is een keuken en een wapenkamer.

Door het schrijven van een eigen boek krijg je verbinding tussen allerlei activiteiten. Het geeft samenhang.











Elke week zien we het boek "groeien".
De boeken worden als ze klaar zijn 2x gepresenteerd. 1x aan de ouders. De kinderen lezen voor uit eigen werk. En 1x aan de kinderen van groep 7.
Zo leuk om te zien hoe trots kinderen zijn op hun werk!









zaterdag 10 november 2012

betekenisvolle activiteiten met boeken


Boeken zijn er om te lezen en van te genieten. Zo heb ik in de boekenkring een boek gepresenteerd en hebben we met de illustraties zelf een nieuw verhaal gemaakt. (zie hiervoor "de boekenkring)

Ook de kinderen willen graag vertellen over boeken die zij hebben gelezen.
Er wordt deze week een start gemaakt met de presentatie van een boek door de leerlingen zelf.
Aan de hand van een paar illustraties wordt verteld waar het boek over gaat.
Wat ze van het boek vinden en lezen ze een klein stukje uit het boek voor.
Na afloop van de presentatie mogen de kinderen vragen stellen over het boek en worden er tips en complimenten uitgesproken. De leerling die het boek gepresenteerd heeft mag dan het boek geven aan iemand die het boek nu graag wil lezen (grappig om te zien, dat heel veel kinderen dan het boek graag willen lezen) en ze mag ook kiezen wie de volgende keer een boek mag presenteren (ook hier willen heel veel kinderen gekozen worden)
Bij het presenteren heb ik een kleine hand-out gemaakt waarop staat wat een boekpresentatie inhoudt, die ik samen met de leerling dan doorneem. Maar je merkt dat leerlingen heel snel doorhebben wat er van ze verwacht wordt bij een presentatie.
 
 

Naast het presenteren van boeken is er ook de activiteit van zelf een boek maken.
Teksten maken en boeken, verhalen en teksten lezen, het zijn activiteiten die op school steeds terugkeren.
Zo hebben we met de klas samen een boek gemaakt over ons bezoek aan de fotograaf.
Elk kind kreeg een foto.
Bij elke foto is kort iets opgeschreven. Zo maakten we samen een verslag.
Het verslag is ingebonden en het boek is voor iedereen te lezen in de leeshoek

In het volgende thema over ridders en kastelen willen we de activiteit van "een boek maken" centraal stellen. Ieder kind maakt zijn eigen boek.
Een boek maken is  nl. een activiteit waarbinnen kinderen niet alleen veel van zichzelf kwijt kunnen, zoals hun ervaringen, ideeen en fantasieen. Het is een een activiteit om dingen te weten te komen, op- en uit te zoeken die in het boek worden vastgelegd. Zeker het thema ridders en kastelen leent zich daar goed voor.

Om zelf boeken te kunnen maken is het nodig dat de kinderen in contact komen met veel boeken. Prentenboeken, verhalen, informatieve boeken.
De boekenkring biedt de gelegenheid om nieuwe boeken aan te bieden. De boekenkring levert op deze manier literaire informatie op maar ook opstapjes naar eigen verhalen en teksten.

Zo gaan we de komende weken boeken, expert lezen  en zelf een eigen ridderboek maken (tekst van de week)  met elkaar verbinden.

maandag 8 oktober 2012

de boekenkring

De boekenkring is een activiteit waarin boeken worden gepresenteerd.
Het gaat in de boeken kring om het samen praten over gelezen boeken, om het  samen luisteren naar boekpresentaties (door de leerkracht of door de leerlingen zelf), om lekker voorlezen.

Je kan een boekenkring houden rondom een boek dat met het thema te maken heeft. Maar het kan ook zijn dat je rondom een boek een les over strategieën van goed begrijpend lezen verbindt.
bijvoorbeeld:
- kijken naar de voorkant, de illustraties, titel van het boek. Wat vertellen die jou?
- voorspellingen doen waar het verhaal over gaat of hoe het verhaal zal aflopen.
- leren formuleren van belangrijke fragmenten of de verhaallijn

Ook bij de boekenkring is het 4 veldenmodel belangrijk. Dat is de basis waaruit gewerkt wordt.

Afgelopen week heb ik een boekenkring gehouden.
Ik begon met een eigen ervaring over mijn fiets die gestolen was vroeger. Er kwamen verhalen van de kinderen die ook wel eens meegemaakt hadden dat er iets gestolen is.
Vervolgens liet ik 2 boeken zien. Welk boek past bij de verhalen die we net gehoord hebben. Hoe weet je dat. We praten erover.
Ik had een aantal illustraties uit het boek "een boef in de school" gekopieerd. Die deelde ik uit. In tweetallen gingen ze de illustraties bekijken en aan elkaar vertellen wat er te zien is. Samen maakten ze 1 zin die bij het plaatje past.
Met die plaatjes en de zin die ze erbij bedacht hadden maken we een nieuw boek.

Er waren 2 groepen. Een gele groep en een witte groep. De plaatjes zijn hetzelfde. In de groep gingen ze kijken in welke volgorde de platen met tekst moesten komen te liggen.
Heel leuk om zo een nieuw verhaal te zien ontstaan.
We lazen de nieuwe verhalen voor.
Uit het boek las ik toen voor dat de boef gevangen werd. Ik vertelde er niet bij hoe de boef gevangen werd. Daar kun je in de groep dan weer over praten en schrijven: hoe denk je dat ze ontdekten wie de boef is?










Tot slot stelde ik de vraag bij welke fotograaf dit verhaal goed past. De nieuwsfotograaf werd genoemd. Je zou er dan ook nog een krantenartikel over kunnen laten schrijven. Dat heb ik nu niet gedaan omdat we kort geleden al een ander kranten artikel had laten schrijven.

Ik vroeg wel in de groep wie ook graag iets wilde vertellen over een leuk boek wat hij/ zij had gelezen of aan het lezen is. Meteen staken een paar kinderen hun vinger op. Ze zijn enthousiast.

Samen met 1 kind ga ik  een boek presentatie voorbereiden:
         - wat is de titel van het boek
         - wie is de schrijfster van het boek
         - waarom heb je dit boek uitgekozen
         - wat voor soort boek is het? gezellig, spannend, grappig
         - kun je kort vertellen waar het boek over gaat
         - wat vind je leuk om te laten zien of voor te lezen aan de klas.
Omdat deze leerling het boek nog aan het lezen is, wachten we met de presentatie tot ze het uit heeft.
In haar boek zit een blad waar ze belangrijke dingen nog op kan schrijven.

Op deze manier kunnen meer kinderen in de boekenkring een boek presenteren.

tot slot nog wat knutselideeen bij het thema de fotograaf:
 van kosteloos materiaal een fototoestel maken

 een sepiafoto van oploskoffie

 een zwart wit foto met een schrijfpotlood

        


maandag 17 september 2012

teksten van kinderen als basis voor taalactiviteiten in groep 4


Na de vakantie een start gemaakt met het werken in een combinatieklas 3/4.
Steeds hebben we gewerkt in groep 3 zonder leesmethode en maakten we onze eigen teksten binnen een thema. Verschillende thema's zijn het afgelopen jaar in mijn weblog uitgewerkt.

Dit jaar komt ook groep 4 erbij. Daar is nog wel een oude taalmethode maar die willen wij niet meer gebruiken. De uitdaging voor ons is dan ook: hoe gaan wij taalonderwijs in groep 4 geven.
Belangrijk is dan om eerst te achterhalen wat er zoal in groep 4 aangeboden en besproken moet worden. De doelen die in onze taalmethode omschreven staan hebben wij als basis genomen om te behandelen.

Deze doelen zijn:
- een zelfstandig naamwoord in een zin invullen
- een bijvoeglijk naamwoord herkennen en invullen
- een goed gebruik van de lidwoorden
- zelfstandige naamwoorden verkleinen
- lettergrepen samenvoegen tot een woord
- verdelen in lettergrepen
- met gegeven woorden een zin maken
- woorden van een zin in de goede volgorde zetten
- volgorde van zinsdelen veranderen
- vraagzinnen maken en beantwoorden
- rijmen
- zinnen in goede volgorde zetten
- leestekens als punt en vraagteken kunnen gebruiken
- met gegeven letters een woord maken
- woorden veranderen door klinker of medeklinker te vervangen
- het tegenovergestelde kunnen benoemen
- zinnen langer maken
- woorden rubriceren

- verschillende soorten boeken bespreken
- presenteren van eigen werk
- een tekst van 3-8 regels schrijven
- een tekst van 3-8 regels bij een plaatje schrijven
- een verhaal afschrijven
- een brief schrijven
-een woordveld maken
- een verhaal in de goede volgorde zetten

- het alfabet opzeggen
- het alfabet opschrijven
- een stukje van het alfabet verder afmaken
- een ontbrekende letter invullen
- in alfabetische volgorde zetten

- samen over een onderwerp praten
- je aan gespreksregels houden
- duidelijk kunnen uitdrukken
- een mening kunnen geven
- een telefoongesprek kunnen voeren


Toen wij deze doelen bekeken en naast datgene wat we in groep 3 deden met tekst van de week en expert lezen, dan kunnen deze beide werkvormen heel goed ingezet worden voor de taaldoelen.
Tijdens het reviseren wordt een tekst van de kinderen besproken. Deze teksten van kinderen kun je ook weer gebruiken om taaldoelen te realiseren.
Afgelopen week hadden we in het kader van het thema de fotograaf een tekst geschreven naar aanleiding van een filmpje. Dat kan heel goed gelijktijdig met groep 3, zij schrijven woorden of soms ook al zinnen en bij groep 4 was de opdracht een samenvatting van het filmpje te schrijven.
Deze teksten worden vervolgens voor verschillende doeleinden gebruikt: kijken naar de spelling van verschillende woorden, de volgorde van het verhaal veranderen en de leerlingen de goede volgorde laten opzoeken, in de tekst op zoek gaan naar bijvoeglijke naamwoorden, kijken welke woorden met een hoofdletter geschreven moeten worden.













Op deze manier worden de teksten van de kinderen heel functioneel.En heb je de lesjes uit het taalboek niet nodig.
Het is voor ons een uitdaging om zoveel mogelijk taaldoelen in expert lezen en tekst van de week te realiseren. Het is ook een zoeken en uitproberen.
 
 

dinsdag 11 september 2012

boekenkring als "start" voor een startactiviteit fotograaf


 Het eerste thema voor dit schooljaar is "Hallo wereld" door het oog van de fotograaf.
Om het brede thema wat in te perken focussen wij in op "de fotograaf"'.
Als startactiviteit heb ik in de boekenkring het boekje "hoe word je fotograaf" gebruikt.
Foto's uit het boekje heb ik in een powerpoint gebruikt om de inhoud van het boekje te bespreken.
Het boekje is aanleiding om na te denken over wat een fotograaf doet. Welke verschillende fotografen er zijn. En hoe je dat kan worden.
Naar aanleiding van dit boek zijn kinderen foto's gaan bekijken en ordenen.
Welke fotograaf zou die foto gemaakt hebben en waarom horen die foto's bij elkaar denk je.


 
Kinderen gingen enthousiast aan het werk. Ze ontdekten dat je de foto's verschillende kon ordenen. Hoort die foto nu bij dieren of bij kunst?
Of hoort die foto nu bij mensen of bij nieuws of bij sport?
Leuk om te zien hoe kinderen hierover praten en tot een oplossing komen. Na het groeperen werden de verschillende fotografen benoemd.
Op foto's werd ook weer bekeken of je kon zien welke fotograaf aan het werk was. De foto's worden dan gekoppeld aan de fotograaf.
 
De komende weken gaan we verder met dit thema en willen we veel gaan werken met teksten die de kinderen zelf schrijven.
 
 

maandag 2 juli 2012

week 38: thema afsluiting

Het schooljaar loopt ten einde. Het laatste thema wordt afgerond. In de afgelopen weken hebben we nog gewerkt aan het thema aan de hand van een aantal filmpjes, die goed aansluiten bij het thema op reis. Zo hebben we gekeken naar Koekeloere: op reis met een prijs en hutspot met kebab.
Beiden gaan over een vakantie in Turkije. Een mooie manier om te laten zien hoe het leven in dat land is. We hebben kringgesprekken hierover.
Daarnaast hebben we ook gekeken naar Geoclips: kijk op de kaart.
Een hele leuke infofilm over kaart lezen. De kinderen gingen daarna kijken op een plattegrond van hun eigen dorp op zoek naar hun eigen straat, de straat van de school en andere bekende dingen.
Daarna kregen ze een plattegrond van de school en gingen ze twee aan twee op zoek welk lokaal er op hun plattegrond was aangekruist. Vonden ze heel interessant.
Als afsluiting van het thema hebben we een landenfeest georganiseert. Het paspoort wat tijdens de thema activiteiten hebben gemaakt wordt gebruikt om de spelletjes in af te stempelen.
Het is die middag prachtig weer. De spelletjes worden lekker buiten op het plein gespeeld.











Het is een gezellige middag. Ouders komen kijken. Een eenvoudige maar leuke afsluiting van een thema.

Hiermee ben ik aan het eind van een schooljaar vol OGO activiteiten gekomen. Het bijhouden van deze weblog is voor mijzelf heel leerzaam geweest. Het doet je nadenken over hoe je invulling aan dit concept wil geven. Hoe je jezelf daarin kan ontwikkelen en verbeteren.

Ik hoop dat deze weblog ook een stimulans voor anderen is geweest om met ontwikkelingsgericht onderwijs aan de slag te gaan.

Volgend schooljaar ga ik samen met mijn collega Jeanine aan het werk in een 3-4 combinatie.
Eigenlijk was ik van plan om te stoppen met deze weblog. Alles wat ik te delen heb over het werken in thema's in groep 3 heb ik door gegeven.
Maar omdat 3-4 combinatie en OGO een hele nieuwe uitdaging voor ons is,waar weer hele nieuwe aspecten van OGO (meer onderzoek) en de organisatie daarvan aan bod komt,  heb ik besloten toch nog een jaar deze weblog bij te houden.
Ik wil dan met anderen delen hoe we in een combinatie groep het ontwikkelingsgericht onderwijs gaan vormgeven. Voor ons is dat een nieuwe zoektocht en veel uitproberen, omdat we in groep 3 geen leesmethode hebben en in groep 4 nog wel een taalmethode. Vraag is nu of we  de taalmethode gaan gebruiken voor groep 4. En zo niet, hoe gaan we dan aan het werk.
De doelen voor het taalonderwijs hebben we al uit de methode gehaald, zodat we weten waar we aan moeten werken in groep 4.  Maar hoe gaan we dat concreet maken. Dat wordt onze eerste uitdaging.
In de vakantie gaan we ons hierover buigen.



                                                   Groep 3b van de Schakel: jullie zijn top!!
                                                     Het was een fantastisch jaar met jullie!
 

maandag 18 juni 2012

week 37: betekenisvol leren/ lezen

Voor de ontwikkeling van een goede lees-schrijfhouding is het belangrijk dat voor de kinderen de lees-schrijfactiviteiten betekenisvol zijn. Dat wil zeggen dat de activiteiten aansluiten bij de belevings- en betekeniswereld van de kinderen.
Lezen en schrijven moeten interessante activiteiten voor het kind zijn. Daarbij komt ook "de werkelijkheid" en dat wat de kinderen meemaken steeds weer om de hoek kijken.
Zo zijn er veel manieren om tot schrijf en lees activiteiten te komen.

Een tweetal voorbeelden die een afspiegeling geven van het bovenstaande en die de afgelopen week een rol hebben gespeeld bij het lezen en schrijven.

1. expert lezen als middel om  informatie posters te maken voor het reisbureau
2. de schoolreis naar het Archeon als middel om het thema  "we gaan op (ontdekkings) reis" uit te breiden naar "ontdekkingsreizen"

1. posters maken voor het reisbureau.
Het reisbureau ziet er nog wat kaal uit. Er zijn posters nodig, bedenken de kinderen. Posters over landen waar je naar toe kan. Dan moet er wel informatie staan op die posters wat je in die landen kunt bekijken en doen. Hiervoor gaan de kinderen 2 aan 2 een tekst lezen over een land. Opdracht is om uit de tekst de belangrijke woorden te halen die jou vertellen wat je in dat land kan "zien en doen". Deze woorden worden opgeschreven.
Daarna wordt er in de groep gepresenteerd: over welk land heb je gelezen en wat kun je er "zien en doen". Er komen 3 landen met lijstjes woorden op het bord.

In de kring liggen 3 bladen met foto's. De kinderen pakken het blad met de foto's die bij hun land horen. Met deze foto's en de belangrijke woorden gaan ze aan de slag om een poster voor het reisbureau te maken.
Op deze manier komen er prachtig posters tot stand. En hebben we ook gewerkt aan de doelen die we voor ons thema hadden gesteld. 1. het is betekenis vol. 2 we gebruiken geschreven en gedrukte taal 3 het samenwerken. (de poster is tenslotte een groepsresultaat)





2 boekenkring over een "ontdekkingsreis"


 Met de hele school gaan we op schoolreis naar het Archeon. De kinderen vinden het prachtig. Heel geinteresseerd zijn ze in  "vroeger" . Hoe de mensen er toen uitzagen en wat de mensen toen deden.

Het geeft op school aanleiding om te schrijven of te typen over alles wat we die dag gezien en gedaan hebben.




















Maar het is ook aanleiding om het bij ons thema te betrekken door vanuit die dag een overstap te maken naar "ontdekkingsreizen". Uit het boek Lang geleden kies ik het verhaal van de reis van Willem Barendtz.
Aan de hand van een vertelplaat en het boek vertel ik het verhaal van de overwintering op Nova Zembla. Door 1 van de leerlingen is ook een wereldbol meegenomen en ook die kunnen we bij het vertellen van het verhaal goed gebruiken.


Het boek waar het verhaal uitkomt is van een hoog niveau. Toch zie je dat kinderen zo'n boek gaan pakken om in te lezen. Op deze manier kun je een boek promoten.
Deze activiteit is betekenisvol. Ook al is het niet hun belevingswereld, het heeft wel degelijk hun interesse.  Deze activiteit loopt uit in het schrijven van tekst van de week ( het bekijken van een filmpje over dit verhaal en dan erover schrijven).















vrijdag 1 juni 2012

week 36: OGO en structuur

OGO en structuur, twee verschillende begrippen of toch niet?
OGO en structuur, gaat dat wel samen? Als je ontwikkelingsgericht werkt is het dan niet heel onrustig in de school? Kinderen lopen heen en weer, ze werken samen en er wordt dan druk gepraat.
Leren ze dan wel wat?
Die vragen hoor je nog wel eens als je zegt dat we bij ons op school ontwikkelingsgericht werken.
Maar OGO en structuur mogen dan wel 2 verschillende begrippen zijn. Ze passen zeker bij elkaar. Ook met OGO is structuur belangrijk en kan er structuur geboden worden.
Binnen OGO kan er op 2 manieren structuur worden aangebracht.


In de eerste plaats is dat structuur aanbrengen in de organisatie zelf. Dat betekent dat je zorgt voor een overzichtelijke, ordelijke, taakgerichte sfeer in de klas. Als leerkracht zorg je ervoor dat de kinderen weten waar ze aan toe zijn en weten wat ze moeten doen, hoe en met welk doel ze dat moeten doen.
Hierbij zijn regels en afspraken noodzakelijk.


Het woord 'regel' heeft misschien wel  een normatieve, beperkende en zelfs negatieve klank. Bij 'je aan de regels houden" denk je al snel aan wat allemaal niet mag, waar de grenzen liggen waar je niet overheen mag gaan en welke sancties er volgen bij de overtreding van de regels. Maar dat is niet de bedoeling van onze regels en dat is ook niet de  structuur die we willen.


In onze school willen we met OGO werken aan een positief sociaal emotioneel klimaat. Regels staan dan in dienst van positieve waarden: persoonlijke groei en bloei, het gedijen van de leefgemeenschap, goed zorgen voor je spullen, zorgen voor het welzijn van de ander......


Regels en normen zouden dan gezien moeten worden als steun gevend op een weg die gericht is op positieve waarden.


De brede doelen kunnen een leidraad hierbij zijn.




Op die manier wordt er een positief klimaat van veiligheid geschapen.
De structuur in de organisatie komt dan tot uiting door:
- het werken met dagritme kaarten, waardoor kinderen weten welke activiteit aan bod is. 
- het werken met afspraken mbt. stil en zelfstandig werken, overleggen en samen werken.(stoplicht model)
- het werken met een planbord.


In ons onderwijs gaan we uit van 4x R:
de R van Rust
dat betekent het voldoende krijgen van rust door een gezonde afwisseling van inspanning en ontspannin, maar ook door middel van een rustige, niet overprikkelende maar wel uitdagende en betekenisvolle omgeving. Een omgeving waarin de leerling de opgedane indrukken aankan.
de R van Regelmaat
de voorspelbaarheid door herkenning geeft de leerling een gevoel van veiligheid en vertrouwen inzichzelf en zijn omgeving. (de regelmaat van alle dag, het werken, spelen)
de R van Respect
elke leerling is een uniek wezen en verdient respect (het volgen en begeleiden van de leerling, rekening houdend met zijn mogelijkheden en onmogelijkheden)
de R van Richting
richting geven betekent leiding nemen en grenzen stellen. Het betekent hoge verwachtingen hebben van leerlingen. Het betekent het nemen van verantwoordelijkheid. Jij als leerkracht weet wat je leerling nodig heeft en aankan.

Daarnaast is er ook structuur aanbrengen in de activiteit zelf.
Activiteiten als tekst van de week en expert lezen of andere teksten schrijven hebben een vaste structuur vanuit
de 4-stappenmethodiek:
1. orientatie en gemeenschappelijke basis
2. op verhaal komen
3. tekst schrijven/ lezen
4. tekst presenteren




Ook bij  de opbouw van het thema en het spel is er sprake van een samenhangende structuur door middel van de 5 impulsen:
1. gezamenlijke orientatie
2. structureren en verdiepen van activiteiten
3. verbreden van activiteiten
4. toevoegen van nieuwe handelingsmogelijkheden
5. reflecteren op de activiteit.

Er wordt gebruik gemaakt van een spelscript dat sturing aan het spel kan geven.
Belangrijke vaardigheden voor de leerkracht hierbij zijn:
- de leerlingen tonen wat de bedoelingen van een activiteit zijn.
- leerlingen observeren en aanhoren om hun ideeen en interesses te achterhalen.

Hiervoor heb je ook het gebruik van HOREB tot je beschikking.
Het gebruik van HOREB bij een activiteit zorgt ook voor structuur in de activiteit zelf.
Je plant je activiteiten, overdenkt ze en structureert ze. Door leerlingen persoonlijk te begeleiden kun je de activiteit waar ze aan bezig zijn structureren. Dat gebeurt dan in "kleine kring". Dat betekent: een aantal kinderen worden begeleidt en de rest van de groep werkt zelfstandig aan de opdracht.

Zo is er ook binnen OGO heel goed structuur en duidelijkheid aan te brengen voor de kinderen en voor jezelf.


maandag 21 mei 2012

week 35: het spel opstarten en schrijfactiviteiten


Na ons bezoek aan het vliegveld hebben we genoeg informatie om onze themahoek verder in te richten.
De foto's die we op het vliegveld gemaakt hebben kunnen we goed gebruiken als een soort stappenplan voor het spel in de thema hoek:



We hebben in onze thema hoek een reisbureautje waar de reis geboekt kan worden (stap 1), er is een paspoortcontrole (stap 2) en daarna stap je in het vliegtuig (stap 3).

Dit stappenplan geeft steun en sturing aan het spel. Aan de hand van deze 3 stappen kan het rollenspel verder ingevuld worden. In de klas is een rollenspel gespeeld hoe een reis geboekt moet worden. Wat doe je dan?  Wat zeg je dan? Dit kan nog weer verder uitgewerkt worden in het spelscript. Zo zie je langzaamaan het spel groeien.

Naast het spel hebben we als activiteit een "dagje uit boekje". Het bezoek aan het vliegveld levert dus ook weer een schrijfactiviteit op nl. een dagje naar het vliegveld. Dat wordt weer aan ons boekje toegevoegd. Het volgende dagje uit wat in ons boekje beschreven gaat worden is een dagje naar de Biesbosch.
Afgelopen week zijn we op bevertocht geweest in de Biesbosch.
Eerst werd er in het informatiecentrum het één en ander verteld over de bever. En daarna gingen we de natuur in om te kijken of we echte bevers of sporen van bevers konden vinden. En ja!
wat leuk! we hebben echte bevers gezien! ze lagen te slapen in de burcht. En we hebben omgeknaagde bomen gezien. super interessant. het was een leuke en leerzame tocht. de kinderen en de juffen hebben genoten.










Nu is het vakantie voor ons, maar na de vakantie gaan we verder met ons "dagje uit boek" en met het spel. In het reisbureau ontbreken nog de posters. Daar gaan we na de vakantie aan beginnen. Hiervoor biedt expert lezen goede mogelijkheden.

woensdag 9 mei 2012

week 34 de wereld in als voorbereiding voor het spel

Onze thema hoek is nog niet ingericht. Vraag is natuurlijk wat daar moet komen. De kinderen willen graag een reisbureau, een vliegveld en eigenlijk het liefst ook nog een plek waar je dan op vakantie bent. Hoe moeten we dat gaan realiseren?
Belangrijk is dan om eerst de werkelijkheid te gaan verkennen. Vanuit de kennis die we dan opdoen, kunnen we de themahoek gaan opzetten.
Contact met de wereld om ons heen is hier in deze fase nu essentieel.
Om te weten hoe het er in een vliegtuig aan toegaat, hebben we steward Joop uitgenodigd. Hij komt vertellen over het werken in een vliegtuig.
Hij vertelt hoe hij altijd een grote koffer meeneemt als hij op reis gaat.
Vandaag zit er in de koffer van alles om te laten zien over zijn werk. Zoals een schort die hij aantrekt als hij eten gaat ronddelen. Een model van een vliegtuig. En ook nog een echt stewardessenpakje om aan te trekken. Dat pakje mag ook een poosje op school blijven. Dat kunnen we goed voor de thema hoek gebruiken!
In een tekst van de week schrijven de kinderen op wat ze geleerd hebben van steward Joop.
Zo kan een concrete activiteit weer aanleiding zijn om teksten te schrijven.
Stukjes van die tekst kunnen later ook weer gebruikt worden bij het spelscript.
Zo zijn de activiteiten voor de kinderen betekenisvol.








De tweede concrete activiteit is een bezoek aan het vliegveld van Rotterdam.
Daar hebben we een speurtocht uitgezet die de kinderen gaan maken. Met de informatie die ze hier opdoen kunnen we dan op school aan de slag.
Naast het maken van de speurtocht, krijgen de kinderen ook een wegwerpfototoestel per groep. Ze mogen daarmee foto's maken van dingen die zij belangrijk vinden van een vliegveld. We zijn heel benieuwd hoe de foto's geworden zijn!
Er is op het vliegveld ontzettend veel te zien voor de kinderen. Ze zien hoe er ingecheckt wordt. Hoe de douane werkt. En er landen wel 3 vliegtuigen! We kunnen het allemaal van dichtbij zien.












Met heel veel meer kennis gaan we weer terug naar school. We kunnen aan de slag!

zondag 22 april 2012

week 33 startactiviteiten en expert lezen

Met startactiviteiten orienteer je je op een thema. Nu de kinderen al zo goed kunnen lezen is expert lezen een hele goede manier om meer informatie te verkrijgen over verschillende onderwerpen. Het is een werkvorm die je steeds beter in kan zetten nu het leesniveau groeit.
Deze week hebben dan ook volop van het expert lezen gebruik gemaakt. Om te weten te komen hoe je reist en om meer te weten te komen over eten uit andere landen.
Bij het expert lezen ga je altijd uit van de 4 stappen methodiek.
- orientatie en gemeenschappelijke basis leggen

- inzoomen op de illustratie en tekst

-tekst lezen (sleutelwoorden onderstrepen)

-reflectie, evaluatie, presentatie en waardering


Vooraf kijken wie we gaan begeleiden in kleine kring. In het logboek wordt dan een planning gemaakt wat we willen observeren en begeleiden en wordt naderhand beschreven in een evaluatie wat de vorderingen van een kind zijn. Op deze manier wordt de ontwikkeling van een kind gevolgd.
de rest van de groep leest in 2 tallen de tekst.
Het expert lezen over eten uit andere landen viel erg in de smaak. Om op verhaal te komen had ik eerst een ppp over eten uit verschillende landen en natuurlijk had ik ook eten meegenomen om te proeven. Vraag was uit welk land dit eten oorspronkelijk komt. Door middel van het lezen van de tekst konden we erachter komen uit welk land het eten kwam en daarbij werd nog wat meer informatie over landen gelezen.
Aan het eind van de expert leesles werd er aan de klas gepresenteerd wat je allemaal over het eten en dat land waar het vandaan kwam te weten bent gekomen.








De volgende fase (fase 2) gaan we nu in om de thema hoek in te gaan richten. Komende week staat in het teken van het plannen wat we precies gaan doen en wat we daarvoor nodig hebben.
in de thema hoek is nu nog niets...hoe zou het er volgende week uitzien?