betekenisvol leren

betekenisvol leren
de echte werkelijkheid in de school

zaterdag 26 november 2011

week 15: brede doelen van ontwikkeling en kijkwijzer spelactiviteiten

Voor mezelf maak ik deze week een tussentijdse balans op. Hoe verloopt het thema tot nu toe. Behaal ik de doelen die ik voor mezelf gesteld had. Ik bekijk de activiteitenplanning zoals we hem opgesteld hebben aan het begin van het thema. Welke activiteiten heb ik al gedaan en wat staat nog open...
Ook pak ik de cirkel van basisontwikkeling erbij.


Welke ontwikkelings- en leerbedoelingen vonden wij vooral belangrijk bij dit thema. En hebben we daar aan gewerkt.
De binnenste cirkel( nieuwsgierig zijn, zelfvertrouwen hebben en emotioneel vrij zijn) vormt voor ons de spil van het onderwijsleerproces.
Vanuit hieruit werken we in dit thema aan de volgende aspecten van brede ontwikkeling:
                      1 - communiceren en taal: bij het rollenspel, wat zeg je tegen elkaar. (middelste cirkel)
                      2 - woorden en begrippen (mn. de thema woorden)
                      3 - sociale vaardigheden: tafelmanieren, omgaan met elkaar, het samenwerken
De laatste 2 doelen zijn uit de buitenste cirkel van specifieke kennis en vaardigheden.
De afgelopen weken zijn we druk met deze doelen bezig geweest. Er zijn veel nieuwe woorden aangeleerd en geschreven in de tekst van de week en gelezen in de teksten bij het expert lezen.


In het speel- werk uur gaan er kinderen kruidnootjes bakken en als ze klaar zijn gaan ze "zinnen bakken". (zie foto) Uit elk bakje pak je een kaartje en lees/schrijf op welke zin je gebakken hebt.     





Met woorden en begrippen zijn we op de goede weg. Ook in de spelhoek staat het rollen spel en de daarbij behorende rollentaal centraal. Het communiceren en taaldoel zie je hier ook weer terug. Evenals de sociale vaardigheden. Het doel om ook schrijfactiviteiten in het spel in te voegen is nu ook gebeurd. De kinderen schrijven de bestelling op van de gast. Er wordt een bon/rekening geschreven. En de gast kan in het gastenboek opschrijven hoe het bezoek aan het restaurant geweest is.





 
                                                                                                                                                                                                                                                                                 
Ik vond een kijkwijzer voor spelactiviteiten. Die heb ik naast ons spel zoals het nu gespeeld wordt gelegd om te reflecteren of het goed is.

1 de spelactiviteit weerspiegelt een stukje echte wereld. (bezoek aan echt restaurant naspelen)
2 de leerkracht zorgt voor verschillende ervaringen en bronnen bij dit stukje van de werkelijkheid (filmpjes, zelf bakken, boeken)
3 de spelhoek wordt samen met de kinderen opgebouwd (kinderen hebben het restaurant ingericht)
4 elk spel kent verschillende verhalen over wie, wat en hoe. ( de ober en de klant staan nu mn centraal)
5 spel wordt in de kring geevalueerd. ( We bespreken wat en hoe je doet in een restaurant vb de onbeleefde klant, wat doe je dan als een leerling niet leuk meedoet)
6 de woorden  die kinderen leren zijn zichtbaar op een woordenlijst in de spelhoek (de zinnen die de ober zegt hangt op in de spelhoek, nieuwe woorden hangen op in de klas.)
7 de leerkracht stimuleert het gebruik van de woorden. ( oefenen we in de spel hoek )
8 de vragen van kinderen vormen het startpunt voor verder spel en onderzoek. (het spel wordt steeds echter,  vragen voor onderzoek zou nog verder uitgewerkt kunnen worden.)

Als ik dan de activiteiten planning bekijk merk ik dat we tot nu toe nog weinig aan constructiespel hebben gedaan. In de rekenmethode is het werken met plattegronden aangeboden. Dat wilden we ook inpassen in de bouwhoek. Dat is een activiteit die we nog kunnen toevoegen. De verteltafel komt ook moeilijk op gang. We hebben het boek "een taart voor kleine beer". Door alle feesten die we ook willen inpassen in het thema (sint en kerst) denk ik dat het boek niet echt "leeft" onder de kinderen.
Voor mezelf nog eens goed overdenken hoe ik hiermee verder wil of toch stoppen.

Deze week vierden we weer Feest! de school bestond 125 jaar. Er werden spelletjes gedaan en weer pannenkoeken gegeten. Zo komt binnen het thema "wij gaan (uit) eten" het hoofdthema Feest, steeds aan de orde.

zaterdag 19 november 2011

week 14: impuls 2: structureren en verdiepen

Deze week staat voor het spel in het teken van impuls 2 structureren en verdiepen en impuls 4 toevoegen van nieuwe handelingsmogelijkheden.
Het bezoek aan het restaurant heeft een grote impuls aan het spel gegeven. Door de tekst van de week over het restaurant bezoek te schrijven denken de kinderen weer na hoe het in het restaurant er aan toe gaat. De rol van ober en kok is nu duidelijk voor de kinderen. Maar om dat in het spel goed toe te passen met de juiste rollendialoog is nog best moeilijk. Het spel wordt wel echter omdat er steeds 2 gasten in het restaurant mogen komen eten. Er zijn echte pannenkoeken door een kind meegenomen die opgewarmd kunnen worden in de magnetron. Er is jam, suiker en nootjes om de pannenkoeken te versieren. 2 kinderen hebben hierbij de menu kaart gemaakt. Die kan nu ook gebruikt worden.
Ook is er van de week een boterkoek gebakken en de komende week gaan we deze handeling verder uitwerken door kruidnootjes te laten bakken. (impuls 4)











Voor ons als leerkrachten is het nu belangrijk dat we het spel verder gaan structureren. Dat kunnen we doen door te souffleren tijdens het spel. Maar we willen dat ook doen door het spelscript van ons eigen restaurant te maken en door in de kring voor te spelen wat er gedaan en gezegd kan worden.
Foto's van handelingen van kinderen geven hierbij dan veel ondersteuning.
We hadden als doel om in het spel van dit thema meer schrijfactiviteiten te betrekken. Tot nu toe is dat nog niet echt gelukt. Maar nu de menu kaart er is, kan de ober echt de bestelling gaan opnemen en de bon bij het afrekenen gemaakt worden. Ook willen we nog nadenken over een einddoel.










Deze week stond ook in het teken van feest omdat Jeanine en ik onze verjaardag vierden. Tegelijkertijd was het voor Jeanine een (tijdelijk) afscheidsfeestje. Ze gaat met zwangerschapsverlof. Met de kinderen hebben we op school (hoe kan het anders) pannenkoeken gegeten.  De kinderen mochten verkleed op school komen. Ze zagen er prachtig uit. We hebben spelletjes gedaan, buiten gespeeld en een film gekeken.
Het was een reuze gezellige dag. We zullen juf Jeanine missen. Maar gelukkig hebben we juf Agnes. Die komt de komende weken bij ons in de klas.



Tip:
Als gezamenlijke activiteit is een coöperatieve werkvorm heel leuk. Dat kan bij rekenen en taal.
Een activiteit die ik gedaan heb is letters schrijven bij een kind op de rug en raden welke letter er geschreven wordt. Of elk kind krijgt kaartje met een woord. Lees elkaars woord op het kaartje en ruil van kaartje. Ga dan naar een ander kind. Dat kan ook heel goed met rekensommetjes of getallen.

vrijdag 11 november 2011

week 13: de echte werkelijkheid als voorbeeld voor spel

Deze week stond in het teken van "de wereld (het restaurant) in de school: de kinderen de wereld (het echte restaurant) in.
Door middel van expert lezen hebben de kinderen zich georienteerd op een pizza restaurant, chinees restaurant of een pannenkoekenrestaurant. De kinderen werden op verhaal gebracht door een paar promotiefilmpjes van de verschillende restaurants op you tube te bekijken hoe dat er in het echt uit ziet. Daarna werden de teksten gelezen.
Er is uiteindelijk gekozen voor een pannenkoeken restaurant. Ook heeft het restaurant een naam gekregen en zijn we bezig het gezellig te maken in het restaurant.
Ons restaurant heet: de kleurenpannenkoek. Met vrolijk gekleurde schilderijen gaan we het restaurant helemaal opfleuren. Daar wordt nu hard aan gewerkt.
Zo zijn we eigenlijk op een punt gekomen dat het belangrijk wordt om ook de "echte werkelijkheid" te bekijken. Hoe gaat het er nu eigenlijk in een echt restaurant aan toe.
Donderdag was het zover. Met heel de groep gaan we op bezoek naar pannenkoekenrestaurant "de Pannenkoe".  Met vragen beladen gaan we op weg.

Het bezoek was een feest. De kinderen mochten bij elkaar een bestelling opnemen.(foto 1) De bestelling halen en bij de klant brengen (foto 2) Ze mochten in de keuken kijken.(foto 3) Er werd daar verteld hoe je beslag maakt. Er werden pannenkoeken gebakken en ze mochten die versieren en daarna lekker oppeuzelen. (foto 4)



















De foto's hebben we 's middags op school bekeken en je ziet zo een heel spelscript voor ogen verschijnen, waar we foto's van ons eigen restaurant en spel kunnen koppelen.
De kinderen hebben zoveel steun aan wat ze gezien en gehoord hebben dat je het diezelfde dag in het spel al terug ziet. Rollentaal begint ook te komen. Het spel groeit.....








Tot slot beantwoordden de serveersters en de kok nog de vragen die we hadden. Er waren vragen als:
- hoe ziet het afsprakenboek eruit?
- gebruikt de kok een receptenboek?
- hoeveel borden kan de serveerster dragen?
- hoe weet de ober bij wie hij het eten moet brengen?
- waarom mogen de gasten het eten niet zelf ophalen in de keuken?
- hoe maakt de kok de pannenkoek groter?
-hoeveel mensen kunnen er in het restaurant?
We hadden meer dan genoeg informatie om op school weer verder te kunnen met ons eigen restaurant.

Kok en serveersters van de Pannenkoe, heel hartelijk bedankt voor alles!

zaterdag 5 november 2011

week 12: taaldoelen in lees-schrijfactiviteiten

Het thema krijgt steeds meer gestalte. Het is duidelijk dat er een restaurant moet komen. De eerste aanzet is daar in de startactiviteiten al voor gegeven. De kinderen nemen steeds spullen mee voor in het restaurant. Kinderen krijgen zin om met het spel te beginnen en vragen wanneer ze in het restaurant mogen spelen. Over motivatie gesproken...
Motivatie is één van de belangrijke drijfveren om iets te doen of te willen. Ook voor het lezen is motivatie heel belangrijk.
Deze week hebben we uitgebreid stilgestaan bij het gebruik van het  4 veldenmodel bij het plannen van lees-schrijfactiviteiten. Marijke van Someren van de Activiteit heeft ons hierbij geweldig begeleidt.
Bij de voorbereiding van een lees- of schrijfactiviteit is het ook voor mij als leerkracht van belang dat ik goed overdenk wat ik met de lees- of schrijf activiteit wil bereiken. Welk doel heb ik met deze activiteit voor ogen. Is het betekenisvol voor de kinderen. Zomaar een paar teksten lezen motiveert kinderen veel minder dan wanneer ze weten dat er in de tekst iets te vinden is waar ze meer van willen weten of wat ze kunnen gebruiken bij hun spel. Het 4 veldenmodel is een handig middel waar je je tekst naast kunt leggen.
Alle teksten en schrijfactiviteiten zijn tot nu toe gericht op het restaurant wat er bij ons in de klas moet komen. De teksten gaan over wat doet de kok, wat doet de ober  waarbij begrippen als menukaart, bestellen en afrekenen aan de orde komen. De teksten die we hiervoor gebruikt hebben komen uit een informatieboekje over het restaurant. De tekst hebben we nog wel zelf aangepast, wat vereenvoudigd en wat ingekort. Soms zijn de teksten dan nog best pittig maar in tweetallen lezen komen de kinderen heel ver. De hoge verwachtingen die we hebben komen voor ons dan ook echt uit!
Aan de hand van illustraties schrijven we over het restaurant. Ook de schrijfactiviteiten zijn gericht op het restaurant: als je ober bent,  wat moet je dan doen en als je kok bent. Schrijf het maar eens op. En hoe gaat het er in een restaurant aan toe. Het filmpje van Koekeloere hebben we een paar keer bekeken. Bij elke lees- of schrijfactiviteit kunnen we het weer gebruiken. Kinderen vinden herhalen van een filmpje leuk. Ze zien steeds weer meer.
Het doel van al deze lees-schrijfactiviteiten is voor de kinderen heel duidelijk. Zij zijn straks kok of ober in het restaurant, dan moet je wel weten wat je moet doen.
Zo zijn we van de startactiviteiten eigenlijk vanzelf in de volgende fase van ons thema gekomen.

Er wordt een start gemaakt met het inrichten van het restaurant en het spel in het restaurant.
2 leerlingen gaan het restaurant inrichten. Er ligt een lijst " dit heb ik nog nodig" voor als er dingen ontbreken.
Als eerste worden de borden en het bestek neer gelegd. Dan wordt er wat geschoven met tafeltjes en er wordt ontdekt dat er te weinig stoelen zijn. Het woord 'stoelen' komt op de lijst. Al inrichtend beginnen de kinderen ook te spelen. Ze willen dat de juffen in het restaurant op bezoek komen. 1 van de leerlingen merkt dat er geen menukaart is en gaat die meteen maken.









Dan kunnen wij bestellen. Begrippen uit de leesteksten zien we al terug in het spel. (menukaart, bestellen). We krijgen een heerlijk broodje geserveerd.
Ook glazen zijn er nog niet. Komt ook op de lijst. Als ik vraag of ik kan zien wie de kok en de ober is wordt ook het woord' kleren' op de lijst geschreven.
Vol enthousiasme wordt er later in de klas verteld wat er in het restaurant allemaal is gedaan. Ondertussen heeft juf Jeanine gauw uit de thema kast kokskleren en een mooi ober vestje gehaald en ook dat wordt meteen getoond.

Komende week gaan we verder met het inrichten van het restaurant en door middel van het lezen van teksten over verschillende soorten restaurants gaan we beslissen wat voor restaurant wij gaan maken. Een pizzeria of een pannenkoeken restaurant of een chinees restaurant.

Tot slot hebben we met het 4 veldenmodel ook de balans opgemaakt van de ontwikkeling van de kinderen op het gebied van motivatie, begrip, woordenschat en techniek. Daarbij gebruikten we ook de gegevens uit het logboek en de herfstsignalering.
Voor ons is belangrijk om te weten waar we de komende tijd aan moeten gaan werken; welke doelen, met welke leerlingen en welke begeleiding van de leerkracht.