betekenisvol leren

betekenisvol leren
de echte werkelijkheid in de school

zondag 28 augustus 2011

de eerste 2 schoolweken

Samen met mijn collega zijn we al weer 2 weken aan het werk in onze nieuwe groep 3.
Het is een kleine groep van 19 kinderen. In de vakantie hebben Jeanine en ik afgesproken om het thema 'dierentuin" op te zetten. We maken een planning van het thema. Fase 0 is dan ook voor ons het ontwerpen en registreren van een hoofdlijn. Dit leggen we vast in Horeb. Omdat wij geen leesmethode hebben vinden wij het belangrijk dat er in dit thema veel woorden worden aangeleerd waarbij we de letterkennis vergroten. Om er zeker van te zijn dat we alle letters in de eerste twee thema's aanbieden hebben we voor onszelf een lijst gemaakt van woorden binnen het thema dierentuin die aan bod moeten komen. De woorden die we aanbieden zijn betekenisvol en de kinderen kunnen de woorden meteen gebruiken bij teksten die geschreven gaan worden.
De afgelopen 2 weken zijn we in de klas bezig geweest met het helder krijgen van de betekenissen van de leerlingen door startactiviteiten. Fase 1 van het thema. Veel van deze startactiviteiten zijn gekoppeld aan het aanbieden van een nieuw woord. Zo hebben we de kinderen gevraagd naar hun eigen ervaringen in de dierentuin. Ze vertelden over bezoekjes die ze aan de dierentuin hebben gebracht. Daarbij lieten we een filmpje zien van een aap in de dierentuin. Dat gaf veel herkenning. Naar aanleiding van deze startactiviteit konden wij het thema woord aap aanbieden. Een tweede startactiviteit was een "onderzoekje met je zintuigen". Er lag allerlei eten op een bord. Van fruit tot snoep en diervoer. We bespraken met elkaar wat er op het bord lag en maakten een tweedeling: eten speciaal voor ons en eten speciaal voor dieren. Maar er lag ook eten op het bord wat zowel wij als dieren eten.  We keken naar filmfragment over een dier dat eten kreeg.
Een derde startactiviteit was werken met een prentenboek. Het prentenboek Slokkebrok wordt interactief voorgelezen. Het prentenboek willen we de komende tijd gaan gebruiken voor het opzetten van een verteltafel.
In een vierde startactiviteit komen er een emmer een bezem en een schep in de klas. Met de vraag wat dit met de dierentuin te maken heeft. De kinderen weten al snel te benoemen dat het spullen van de oppasser zijn. In een kringgesprek bespreken we in tweetallen wat een oppasser dan allemaal moet doen. Samen maken we een lijstje met taken van de oppasser. Omdat we sinds dit schooljaar een digibord in de klas hebben kunnen we heel makkelijk filmpjes ter ondersteuning van de activiteiten laten zien. Ook een filmpje over de oppasser "je zal er maar werken" geeft zicht op wat de oppasser doet en  welke spullen hij nodig heeft. De volgende dag stond er in de klas een kaal "hok" (omgekeerde tafel) in de kring met leeuwen en tijger knuffels die kinderen al van thuis hadden meegenomen. Op de gang voor onze klas zou er een dierentuin gemaakt worden. Maar de hokken zien er nu nog erg kaal uit.  Heel veel kinderen wilden graag oppasser worden en het hok voor de leeuwen goed inrichten. het is een prachtig leeuwenhok geworden.(zie foto) Het motiveert de kinderen om nog meer hokken goed in te richten. Er wordt nu ook gewerkt aan een hok voor de apen. Tijdens gesprekjes laten we de kinderen benoemen wat er in een hok allemaal nodig is voor de dieren. Niet elk dier heeft hetzelfde hok. Op deze manier zijn de kinderen betekenisvol bezig.