betekenisvol leren

betekenisvol leren
de echte werkelijkheid in de school

donderdag 22 december 2011

week 20: stappenplan voorbereiding nieuw thema "later word ik..."

Voorbereidingen voor een nieuw thema.
het is belangrijk dat het thema aansluit bij de belevingswereld van het kind. Het thema moet de kinderen iets zeggen. Ze moeten zich aangesproken voelen, zich betrokken voelen en het interessant vinden.
Een thema moet ook bijdragen aan de ontwikkeling van het kind. Zowel de brede ontwikkeling als het verwerven van specifieke kennis en vaardigheden.
In het eerste thema hadden we een dierentuin waar de kinderen een rondleiding hebben gegeven.
in het tweede thema hadden we een pannenkoeken restaurant waar de kinderen leerden bedienen.
We merken in de thema's die we tot nu toe gehad hebben dat kinderen veel willen leren en vooral ook actief bezig willen zijn.  Het thema "beroepen" werd geopperd. Dat is een breed thema. Belangrijk is het dan om het thema in te kaderen zodat we er goed mee aan de slag kunnen. Ook voor onszelf om het thema goed te kunnen voorbereiden. Want de leerkracht beslist uiteindelijk over de inhoud, activiteiten en de bedoeling.
Om het thema een pakkende naam te geven hebben we gekozen voor "later word ik....."
In een vergadering gaan we brainstormen over dit thema.
Hiervoor maken we gebruik van het stappenplan voor het ontwerpen van een nieuw thema.
stap 1: bepalen van het hoofdthema.
door gesprekken met de leerkrachten van de verschillende groepen hebben we als team een definitieve keuze gemaakt voor het thema beroepen.

stap 2: verzamelen van gegevens voor een thema.
dat betekent brainstromen met de leerkrachten over activiteiten die passen in de bestaansterreinen.

stap 3: bepalen van de subthema's
dit gebeurt door de gegevens te rubriceren.
Als we met deze brainstorm sessie bezig zijn merken we dat beroepen heel breed is. Je kan heel veel kanten op. Er zijn tenslotte ook heel veel verschillende beroepen.
Willen we verder met dit thema dan moeten we het thema gaan inkaderen.
Anders blijven in de voorbereiding de volgende stappen vaag.
Dat betekent voor ons dat we 1 beroep(sgroep) nader willen uitwerken voor de thema hoek. Brandweer, politie en dokter zijn bekende en aansprekende beroepen. Maar die zijn al een keer behandeld in voorgaande jaren. Toch willen we graag een beroep waar veel mogelijkheden voor activiteiten liggen. Uiteindelijk komen we op het inrichten van een tuincentrum. Een winkel hebben we dit jaar nog niet gehad en in het tuincentrum kunnen ook veel verschillende activiteiten ontplooid worden. Daarnaast willen we ook met elke leerling een beroepenboekje maken waarin ze 1 beroep verder gaan uitwerken. De serieboeken van Kasper gebruiken we hiervoor als uitgangspunt.

stap 4: bepalen van de sleutelbegrippen.
Deze sleutelbegrippen worden per subthema geformuleerd. De begrippen moeten passen in de leefwereld van de kinderen en actueel zijn.

stap 5: formuleren van doelstellingen.
cognitieve doelen, affectieve doelen (sociaal, pedagogisch) en/of motorische doelen

De eerste stappen tot het opstarten zijn gezet. De stappen 4 en 5 moeten nog een vervolg krijgen. Evenals de stappen die daarna nog komen. Aan ouders is alvast gevraagd om mee te doen met een beroepen markt als startactiviteit. In de vakantie moet er nog heel wat besproken en gepland worden om dit thema meer gestalte te geven. Hierover later meer.

woensdag 21 december 2011

week 18 en 19: afronding van het thema

Het einddoel waar we naar toe gewerkt hebben is het ontvangen van de ouders in ons restaurant en ze netjes te bedienen. Belangrijk is hierbij dat de kinderen een rekening konden schrijven en uitrekenen wat de bestelling kost. Ook keken we of de kinderen uitdrukkingen en zinnen gebruikten die hoorden bij de rol van ober. Het was best spannend hoor om je eigen vader en/of moeder te bedienen.









           "is alles naar wens?"                                                            " hier is de rekening"





                                                          wilt u nog in het gastenboek schrijven?


In het gastenboek zijn enthousiaste reacties geschreven.
Kinderen ervaren het bezoek van de ouders ook echt als een doel waar naar toe gewerkt is.
Voor mezelf komt nu de eind evaluatie om de hoek kijken. Deze evaluatie schrijven we in Horeb.
De doelen die ik voor mezelf gesteld heb zijn die bereikt? welke activiteiten vonden de kinderen leuk.
en wat neem ik mee naar het volgende thema.
Als doel had ik voor mezelf gesteld: woordenschat uitbreiden door middel van thema woorden. samen werken en samenspelen. In de thema hoek ook schrijf/reken activiteit verwerken.
Deze doelen zijn behaald. De verteltafel waarbij ook boekentaal wordt gebruikt is niet goed uit de verf gekomen. Dat is jammer. In het volgende thema wil ik dat toch weer proberen op te zetten.
De kinderen vonden de thema hoek "het restaurant" erg leuk. Ook zelf kruidnootjes bakken was leuk. Onderzoek doen (vragen wat de kinderen leuk vinden en daar een staafdiagram van maken) vonden de kinderen erg leuk. Ook werken op de computer wordt vaak gekozen. In tekst van de week hebben de kinderen heel veel geschreven. Eigen ervaringen nodigen erg uit tot schrijven.

zaterdag 10 december 2011

week 17: rekenactiviteiten bij het thema "we gaan (uit) eten

Bij het planning en uitvoeren van activiteiten richten wij ons helemaal op het taal/lezen. Eén van de doelen was om het schrijven ook binnen het spel te gebruiken. Dat is gelukt door het schrijven van de rekening. Veel moeilijker vind ik het om ook rekenactiviteiten te plannen. Het uitrekenen hoeveel de gast moet betalen in het restaurant is een rekenactiviteit die  een logisch gevolg is van het schrijven van de bon. Kinderen leren in het spel omgaan met geld. Er wordt geteld en gerekend. Een rekenrek staat er bij kassa om de som die gemaakt moet worden eventueel op uit te rekenen.












Bij andere rekenactiviteiten gaat het tot nu toe vooral om het toepassen van handelingen die in de rekenmethode aan bod zijn gekomen. Zoals het maken van een plattegrond of een staafgrafiek.
Door de taartenfabriek te openen besteed ik meer aandacht aan de constructie hoek en kan ik de rekenactiviteit "plattegrond maken"  toevoegen. Van 20 blokken wordt er een prachtige taart gemaakt.
De taarten worden gefotografeerd en worden in de taartenfabriek opgehangen met de plattegrond erbij.
Andere kinderen kunnen deze taarten dan ook weer namaken.










Wat de kinderen ook heel leuk vonden was een klein onderzoekje doen. Door aan alle kinderen te vragen wat ze het lekkerst vinden, een pannenkoek met stroop of een pannenkoek met suiker, konden ze een overzicht maken wat het meest gekozen is. Dat wordt in een staafgrafiek dan weer gegeven.
Zo hebben we verschillende dingen "onderzocht".
Op deze manier zijn er wel een aantal rekenactiviteiten aan bod gekomen. Maar het is nog niet echt structureel. Voor mijzelf stel ik ook de vraag hoever ik hier in wil gaan. We zijn ook heel druk bezig met tekst van de week en expert lezen. Soms moet je ook keuzes maken. Je wil wel van alles maar het kan niet altijd. Je hebt soms gewoon tijd te kort.

Deze week zijn we ook van start gegaan met het ontvangen van ouders in ons restaurant. Er zijn veel reserveringen gemaakt.
De kinderen doen geweldig hun best om hun vader of moeder heel netjes te bedienen.
Volgende week hier meer over.

zaterdag 3 december 2011

week 16 expert lezen over recepten in groep 3

Een uitdaging waar ik niet omheen kon want als je het thema we gaan (uit) eten hebt, dan heb je het natuurlijk ook over recepten.
Dus voor deze week had ik een expert lezen rondom recepten gepland. Ik heb veel nagedacht hoe ik dat nu zou uitvoeren. Tot nu toe lazen we (door ons ) zelfgeschreven teksten waaruit ze de sleutelwoorden moesten halen. Om op deze manier de kern van het verhaal te verwoorden. Maar hoe doe je dat bij een recept. Daar staat alles al kort en krachtig in verwoord.  de recepten mogen ook niet te moeilijk zijn. Het leukst is natuurlijk een recept lezen en het dan ook maken. Maar is het te doen om met een hele klas dat uit te voeren? Hoe ga ik dat dan aanpakken? En welk recept kies ik. Allemaal vragen waar ik over liep te denken.
Tot ik toevallig  in de winkel het boek ~de verschrikkelijke ijstaart~ van Daphne Deckers zag. Daarin staan allerlei gedichtjes en eenvoudige kinderrecepten. Een paar recepten uit dit boek zou ik goed kunnen gebruiken. Omdat de begrippen voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht al een keer aan de orde waren gekomen vond ik het leuk om hierbij de recepten te kiezen. Een aantal kinderen gaan een voorgerecht maken, een aantal een hoofdgerecht en een aantal een nagerecht. De recepten schreef ik zo eenvoudig mogelijk uit met een fotootje erbij. De recepten uit  het boek zijn bijna letterlijk over te nemen.


Bij de verdere voorbereiding van deze les maakte ik gebruik van de 4 stappen methodiek.
- orientatie en gemeenschappelijke basis leggen
- inzoomen op de illustratie en tekst
-tekst lezen (sleutelwoorden onderstrepen)
-reflectie, evaluatie, presentatie en waardering
Om met de kinderen een gemeenschappelijke basis te leggen stond het woord recept op de beamer. Ik vroeg of de kinderen wisten wat dat was. De kinderen konden ook aan elkaar vertellen of ze wel eens iets zelf gemaakt hadden. Daarna toonde ik een filmpje waarin de kok een nagerecht ging maken. Dit filmpje bespraken we naderhand en de woorden voorgerecht, hoofdgerecht en nagerecht kwamen naar voren. Ik legde de woordkaarten in de kring op de grond. Toen gingen we zelf kijken naar een recept. In tweetallen gingen de kinderen eerst naar de illustratie kijken en in het vakje ernaast konden ze opschrijven wat ze zagen. (inzoomen op de illustratie) Daarna gingen de kinderen in tweetallen het eerste gedeelte van de tekst lezen, wat heb je nodig. Voordat de kinderen zelf het recept zouden gaan maken moet er eerst boodschappen gedaan worden, legde ik uit. Dan heb je een boodschappenbriefje nodig. Dat werd gemaakt aan de hand van de tekst onder het kopje dit heb je nodig. (inzoomen op de tekst) Op de grond voor in de klas lagen alle ingredienten voor alle recepten. Daar moest gepakt worden wat ieder nodig had. Met een stift onderstreepten de kinderen de boodschappen en schreven die op het boodschappenlijstje ernaast. (tekst lezen en sleutelwoorden onderstrepen )Daarna kwamen we terug in de kring om de boodschappen te halen.


Zo legden we voor de 3 gerechten de boodschappen bij elkaar.  De kinderen konden op hun lijstje kijken wat ze nodig hadden. Daarna zouden we aan de slag gaan om het recept te maken. Eerst gingen we terug naar onze tafels om te gaan lezen wat je moest doen. In tweetallen werd het gedeelte 'zo maak je het' gelezen. Daarna werden de ingredienten gepakt en gingen ze de tekst weer zin voor zin lezen wat ze precies moesten doen. ( tekst lezen)Ik vond het echt reuze spannend of dat allemaal zou gaan lukken. Mijn verwachtingen waren hoog, omdat ik er vanuit ging dat ze het recept zo konden lezen dat ze het ook konden uitvoeren. Maar zou dat ook zo zijn? Gelukkig kwam juf Josette helpen. De kinderen waren enthousiast aan het werk gegaan. Het lukte niet om 1 groepje heel specifiek te begeleiden. Want ik wilde graag zien of het bij iedereen goed lukte. Heel leuk om te zien hoe verschillend er te werk wordt gegaan. Er zijn kinderen die alles heel secuur lezen en precies doen. Er zijn er ook die meteen van alles willen pakken en snijden. 


Alle gerechten werden na afloop in de kring gezet bij het goede woord. Heb je een voorgerecht gemaakt dan zet je je bord bij het woord voorgerecht. Het resultaat hebben we met de hele klas bekeken. Er waren prachtige gerechten om te zien. We hebben ook besproken wat heel belangrijk is bij het lezen van een recept. Ontdekt werd dus dat "je héél goed moet lezen want anders doe je dingen fout." Netjes werken was ook belangrijk, want je gerecht moet er ook mooi uitzien. (reflectie, evaluatie, presentatie en waardering) En als allerlaatste werd er natuurlijk gegeten. Bij elk groepje kwamen de 3 gerechten op tafel. In de goede volgorde is er toen geproefd.
Ik heb er van te voren slecht van geslapen of dit allemaal wel zou lukken, maar mijn hoge verwachtingen zijn wel uitgekomen. Ook in groep 3 als ze nog maar zo kort leesonderwijs hebben gekregen zijn ze al in staat om een recept uit te voeren. Heel knap!









naar aanleiding van de tussentijdse evaluatie van vorige week ben ik deze week ook begonnen met een rekenactiviteit toe te voegen. Maar daarover volgende week meer.
En de verteltafel ga ik niet meer verder uitwerken. Het spreekt te weinig aan. Komende week hebben we het ook druk met het ontvangen van onze vader of moeder in ons restaurant. Het einddoel waar we naar toe gewerkt hebben.

zaterdag 26 november 2011

week 15: brede doelen van ontwikkeling en kijkwijzer spelactiviteiten

Voor mezelf maak ik deze week een tussentijdse balans op. Hoe verloopt het thema tot nu toe. Behaal ik de doelen die ik voor mezelf gesteld had. Ik bekijk de activiteitenplanning zoals we hem opgesteld hebben aan het begin van het thema. Welke activiteiten heb ik al gedaan en wat staat nog open...
Ook pak ik de cirkel van basisontwikkeling erbij.


Welke ontwikkelings- en leerbedoelingen vonden wij vooral belangrijk bij dit thema. En hebben we daar aan gewerkt.
De binnenste cirkel( nieuwsgierig zijn, zelfvertrouwen hebben en emotioneel vrij zijn) vormt voor ons de spil van het onderwijsleerproces.
Vanuit hieruit werken we in dit thema aan de volgende aspecten van brede ontwikkeling:
                      1 - communiceren en taal: bij het rollenspel, wat zeg je tegen elkaar. (middelste cirkel)
                      2 - woorden en begrippen (mn. de thema woorden)
                      3 - sociale vaardigheden: tafelmanieren, omgaan met elkaar, het samenwerken
De laatste 2 doelen zijn uit de buitenste cirkel van specifieke kennis en vaardigheden.
De afgelopen weken zijn we druk met deze doelen bezig geweest. Er zijn veel nieuwe woorden aangeleerd en geschreven in de tekst van de week en gelezen in de teksten bij het expert lezen.


In het speel- werk uur gaan er kinderen kruidnootjes bakken en als ze klaar zijn gaan ze "zinnen bakken". (zie foto) Uit elk bakje pak je een kaartje en lees/schrijf op welke zin je gebakken hebt.     





Met woorden en begrippen zijn we op de goede weg. Ook in de spelhoek staat het rollen spel en de daarbij behorende rollentaal centraal. Het communiceren en taaldoel zie je hier ook weer terug. Evenals de sociale vaardigheden. Het doel om ook schrijfactiviteiten in het spel in te voegen is nu ook gebeurd. De kinderen schrijven de bestelling op van de gast. Er wordt een bon/rekening geschreven. En de gast kan in het gastenboek opschrijven hoe het bezoek aan het restaurant geweest is.





 
                                                                                                                                                                                                                                                                                 
Ik vond een kijkwijzer voor spelactiviteiten. Die heb ik naast ons spel zoals het nu gespeeld wordt gelegd om te reflecteren of het goed is.

1 de spelactiviteit weerspiegelt een stukje echte wereld. (bezoek aan echt restaurant naspelen)
2 de leerkracht zorgt voor verschillende ervaringen en bronnen bij dit stukje van de werkelijkheid (filmpjes, zelf bakken, boeken)
3 de spelhoek wordt samen met de kinderen opgebouwd (kinderen hebben het restaurant ingericht)
4 elk spel kent verschillende verhalen over wie, wat en hoe. ( de ober en de klant staan nu mn centraal)
5 spel wordt in de kring geevalueerd. ( We bespreken wat en hoe je doet in een restaurant vb de onbeleefde klant, wat doe je dan als een leerling niet leuk meedoet)
6 de woorden  die kinderen leren zijn zichtbaar op een woordenlijst in de spelhoek (de zinnen die de ober zegt hangt op in de spelhoek, nieuwe woorden hangen op in de klas.)
7 de leerkracht stimuleert het gebruik van de woorden. ( oefenen we in de spel hoek )
8 de vragen van kinderen vormen het startpunt voor verder spel en onderzoek. (het spel wordt steeds echter,  vragen voor onderzoek zou nog verder uitgewerkt kunnen worden.)

Als ik dan de activiteiten planning bekijk merk ik dat we tot nu toe nog weinig aan constructiespel hebben gedaan. In de rekenmethode is het werken met plattegronden aangeboden. Dat wilden we ook inpassen in de bouwhoek. Dat is een activiteit die we nog kunnen toevoegen. De verteltafel komt ook moeilijk op gang. We hebben het boek "een taart voor kleine beer". Door alle feesten die we ook willen inpassen in het thema (sint en kerst) denk ik dat het boek niet echt "leeft" onder de kinderen.
Voor mezelf nog eens goed overdenken hoe ik hiermee verder wil of toch stoppen.

Deze week vierden we weer Feest! de school bestond 125 jaar. Er werden spelletjes gedaan en weer pannenkoeken gegeten. Zo komt binnen het thema "wij gaan (uit) eten" het hoofdthema Feest, steeds aan de orde.

zaterdag 19 november 2011

week 14: impuls 2: structureren en verdiepen

Deze week staat voor het spel in het teken van impuls 2 structureren en verdiepen en impuls 4 toevoegen van nieuwe handelingsmogelijkheden.
Het bezoek aan het restaurant heeft een grote impuls aan het spel gegeven. Door de tekst van de week over het restaurant bezoek te schrijven denken de kinderen weer na hoe het in het restaurant er aan toe gaat. De rol van ober en kok is nu duidelijk voor de kinderen. Maar om dat in het spel goed toe te passen met de juiste rollendialoog is nog best moeilijk. Het spel wordt wel echter omdat er steeds 2 gasten in het restaurant mogen komen eten. Er zijn echte pannenkoeken door een kind meegenomen die opgewarmd kunnen worden in de magnetron. Er is jam, suiker en nootjes om de pannenkoeken te versieren. 2 kinderen hebben hierbij de menu kaart gemaakt. Die kan nu ook gebruikt worden.
Ook is er van de week een boterkoek gebakken en de komende week gaan we deze handeling verder uitwerken door kruidnootjes te laten bakken. (impuls 4)











Voor ons als leerkrachten is het nu belangrijk dat we het spel verder gaan structureren. Dat kunnen we doen door te souffleren tijdens het spel. Maar we willen dat ook doen door het spelscript van ons eigen restaurant te maken en door in de kring voor te spelen wat er gedaan en gezegd kan worden.
Foto's van handelingen van kinderen geven hierbij dan veel ondersteuning.
We hadden als doel om in het spel van dit thema meer schrijfactiviteiten te betrekken. Tot nu toe is dat nog niet echt gelukt. Maar nu de menu kaart er is, kan de ober echt de bestelling gaan opnemen en de bon bij het afrekenen gemaakt worden. Ook willen we nog nadenken over een einddoel.










Deze week stond ook in het teken van feest omdat Jeanine en ik onze verjaardag vierden. Tegelijkertijd was het voor Jeanine een (tijdelijk) afscheidsfeestje. Ze gaat met zwangerschapsverlof. Met de kinderen hebben we op school (hoe kan het anders) pannenkoeken gegeten.  De kinderen mochten verkleed op school komen. Ze zagen er prachtig uit. We hebben spelletjes gedaan, buiten gespeeld en een film gekeken.
Het was een reuze gezellige dag. We zullen juf Jeanine missen. Maar gelukkig hebben we juf Agnes. Die komt de komende weken bij ons in de klas.



Tip:
Als gezamenlijke activiteit is een coöperatieve werkvorm heel leuk. Dat kan bij rekenen en taal.
Een activiteit die ik gedaan heb is letters schrijven bij een kind op de rug en raden welke letter er geschreven wordt. Of elk kind krijgt kaartje met een woord. Lees elkaars woord op het kaartje en ruil van kaartje. Ga dan naar een ander kind. Dat kan ook heel goed met rekensommetjes of getallen.

vrijdag 11 november 2011

week 13: de echte werkelijkheid als voorbeeld voor spel

Deze week stond in het teken van "de wereld (het restaurant) in de school: de kinderen de wereld (het echte restaurant) in.
Door middel van expert lezen hebben de kinderen zich georienteerd op een pizza restaurant, chinees restaurant of een pannenkoekenrestaurant. De kinderen werden op verhaal gebracht door een paar promotiefilmpjes van de verschillende restaurants op you tube te bekijken hoe dat er in het echt uit ziet. Daarna werden de teksten gelezen.
Er is uiteindelijk gekozen voor een pannenkoeken restaurant. Ook heeft het restaurant een naam gekregen en zijn we bezig het gezellig te maken in het restaurant.
Ons restaurant heet: de kleurenpannenkoek. Met vrolijk gekleurde schilderijen gaan we het restaurant helemaal opfleuren. Daar wordt nu hard aan gewerkt.
Zo zijn we eigenlijk op een punt gekomen dat het belangrijk wordt om ook de "echte werkelijkheid" te bekijken. Hoe gaat het er nu eigenlijk in een echt restaurant aan toe.
Donderdag was het zover. Met heel de groep gaan we op bezoek naar pannenkoekenrestaurant "de Pannenkoe".  Met vragen beladen gaan we op weg.

Het bezoek was een feest. De kinderen mochten bij elkaar een bestelling opnemen.(foto 1) De bestelling halen en bij de klant brengen (foto 2) Ze mochten in de keuken kijken.(foto 3) Er werd daar verteld hoe je beslag maakt. Er werden pannenkoeken gebakken en ze mochten die versieren en daarna lekker oppeuzelen. (foto 4)



















De foto's hebben we 's middags op school bekeken en je ziet zo een heel spelscript voor ogen verschijnen, waar we foto's van ons eigen restaurant en spel kunnen koppelen.
De kinderen hebben zoveel steun aan wat ze gezien en gehoord hebben dat je het diezelfde dag in het spel al terug ziet. Rollentaal begint ook te komen. Het spel groeit.....








Tot slot beantwoordden de serveersters en de kok nog de vragen die we hadden. Er waren vragen als:
- hoe ziet het afsprakenboek eruit?
- gebruikt de kok een receptenboek?
- hoeveel borden kan de serveerster dragen?
- hoe weet de ober bij wie hij het eten moet brengen?
- waarom mogen de gasten het eten niet zelf ophalen in de keuken?
- hoe maakt de kok de pannenkoek groter?
-hoeveel mensen kunnen er in het restaurant?
We hadden meer dan genoeg informatie om op school weer verder te kunnen met ons eigen restaurant.

Kok en serveersters van de Pannenkoe, heel hartelijk bedankt voor alles!

zaterdag 5 november 2011

week 12: taaldoelen in lees-schrijfactiviteiten

Het thema krijgt steeds meer gestalte. Het is duidelijk dat er een restaurant moet komen. De eerste aanzet is daar in de startactiviteiten al voor gegeven. De kinderen nemen steeds spullen mee voor in het restaurant. Kinderen krijgen zin om met het spel te beginnen en vragen wanneer ze in het restaurant mogen spelen. Over motivatie gesproken...
Motivatie is één van de belangrijke drijfveren om iets te doen of te willen. Ook voor het lezen is motivatie heel belangrijk.
Deze week hebben we uitgebreid stilgestaan bij het gebruik van het  4 veldenmodel bij het plannen van lees-schrijfactiviteiten. Marijke van Someren van de Activiteit heeft ons hierbij geweldig begeleidt.
Bij de voorbereiding van een lees- of schrijfactiviteit is het ook voor mij als leerkracht van belang dat ik goed overdenk wat ik met de lees- of schrijf activiteit wil bereiken. Welk doel heb ik met deze activiteit voor ogen. Is het betekenisvol voor de kinderen. Zomaar een paar teksten lezen motiveert kinderen veel minder dan wanneer ze weten dat er in de tekst iets te vinden is waar ze meer van willen weten of wat ze kunnen gebruiken bij hun spel. Het 4 veldenmodel is een handig middel waar je je tekst naast kunt leggen.
Alle teksten en schrijfactiviteiten zijn tot nu toe gericht op het restaurant wat er bij ons in de klas moet komen. De teksten gaan over wat doet de kok, wat doet de ober  waarbij begrippen als menukaart, bestellen en afrekenen aan de orde komen. De teksten die we hiervoor gebruikt hebben komen uit een informatieboekje over het restaurant. De tekst hebben we nog wel zelf aangepast, wat vereenvoudigd en wat ingekort. Soms zijn de teksten dan nog best pittig maar in tweetallen lezen komen de kinderen heel ver. De hoge verwachtingen die we hebben komen voor ons dan ook echt uit!
Aan de hand van illustraties schrijven we over het restaurant. Ook de schrijfactiviteiten zijn gericht op het restaurant: als je ober bent,  wat moet je dan doen en als je kok bent. Schrijf het maar eens op. En hoe gaat het er in een restaurant aan toe. Het filmpje van Koekeloere hebben we een paar keer bekeken. Bij elke lees- of schrijfactiviteit kunnen we het weer gebruiken. Kinderen vinden herhalen van een filmpje leuk. Ze zien steeds weer meer.
Het doel van al deze lees-schrijfactiviteiten is voor de kinderen heel duidelijk. Zij zijn straks kok of ober in het restaurant, dan moet je wel weten wat je moet doen.
Zo zijn we van de startactiviteiten eigenlijk vanzelf in de volgende fase van ons thema gekomen.

Er wordt een start gemaakt met het inrichten van het restaurant en het spel in het restaurant.
2 leerlingen gaan het restaurant inrichten. Er ligt een lijst " dit heb ik nog nodig" voor als er dingen ontbreken.
Als eerste worden de borden en het bestek neer gelegd. Dan wordt er wat geschoven met tafeltjes en er wordt ontdekt dat er te weinig stoelen zijn. Het woord 'stoelen' komt op de lijst. Al inrichtend beginnen de kinderen ook te spelen. Ze willen dat de juffen in het restaurant op bezoek komen. 1 van de leerlingen merkt dat er geen menukaart is en gaat die meteen maken.









Dan kunnen wij bestellen. Begrippen uit de leesteksten zien we al terug in het spel. (menukaart, bestellen). We krijgen een heerlijk broodje geserveerd.
Ook glazen zijn er nog niet. Komt ook op de lijst. Als ik vraag of ik kan zien wie de kok en de ober is wordt ook het woord' kleren' op de lijst geschreven.
Vol enthousiasme wordt er later in de klas verteld wat er in het restaurant allemaal is gedaan. Ondertussen heeft juf Jeanine gauw uit de thema kast kokskleren en een mooi ober vestje gehaald en ook dat wordt meteen getoond.

Komende week gaan we verder met het inrichten van het restaurant en door middel van het lezen van teksten over verschillende soorten restaurants gaan we beslissen wat voor restaurant wij gaan maken. Een pizzeria of een pannenkoeken restaurant of een chinees restaurant.

Tot slot hebben we met het 4 veldenmodel ook de balans opgemaakt van de ontwikkeling van de kinderen op het gebied van motivatie, begrip, woordenschat en techniek. Daarbij gebruikten we ook de gegevens uit het logboek en de herfstsignalering.
Voor ons is belangrijk om te weten waar we de komende tijd aan moeten gaan werken; welke doelen, met welke leerlingen en welke begeleiding van de leerkracht.

zaterdag 29 oktober 2011

week 11: startactiviteiten "wij gaan (uit) eten"

Vol enthousiasme zijn we deze week aan het nieuwe thema begonnen: wij gaan (uit) eten.
Deze week staat dan ook in het teken van de startactiviteiten.
Bij dit thema vonden we het belangrijk om als eerste in te gaan op de eigen ervaringen van de kinderen.
Dat is heel dichtbij en herkenbaar.
De eerste startactiviteit ging over: wat eet je thuis bij de maaltijd, bij het ontbijt, tussen de middag en 's avonds. Het woord ontbijt hebben we toen ook aangeboden.
De tweede startactiviteit ging over "ergens anders eten". We hebben de tweede startactiviteit bewust niet "eten in een restaurant" genoemd omdat we niet zeker wisten of alle kinderen wel eens in een restaurant hebben gegeten. Nu konden ze hun tekst ook schrijven over "eten bij een vriendje of oma". Hier maakten we een tekst van de week over. Het restaurant kwam toen al wel ter sprake.
De derde startactiviteit was een filmpje over "het restaurant" van Koekeloere (een kijkje in de keuken). Erg leuk filmpje. Aan de hand van het filmpje werd er een woordweb gemaakt over "het restaurant"
De kinderen beginnen al te praten over een restaurant maken en er worden al spulletjes meegenomen die daar bij passen.
De vierde startactiviteit kan daar op inhaken door met expert lezen een aantal teksten te bespreken die gaan over het restaurant. Hierbij was een klassenconsultatie van de Activiteit. Voor het lezen van de tekst hebben we weer een stukje van hetzelfde filmpje gezien van Koekeloere maar nu met de vraag "kijk eens goed of je ergens meer van wil weten" en "wat voor vraag heb je over het restaurant"
Startwoorden voor een vraag als wat, wie en hoe hingen op het bord. Kinderen gingen na afloop vragen bedenken. Iemand zei: hoe heet de kok. Meteen zei een ander kind dat is geen belangrijke vraag, dat hoef je niet te weten. Daarop ingaand vroeg ik wat dan wel een belangrijke vraag is? nou, zei deze jongen, welk eten maakt de kok. Op deze manier waren kinderen bezig om belangrijke vragen te bedenken.
Na het lezen van de tekst hadden  we antwoord op een paar vragen gevonden, konden we het woordweb verder uitbreiden met nieuwe woorden ( in een andere kleur opgeschreven bij het woordweb)  en konden we ook een lijstje maken wat nodig is als we zelf een restaurant gaan maken.









Hier gaat Jeanine volgende week op door met  expert lezen bij de volgende klassenconsultatie. Belangrijk voor mij is om in de gaten te houden welk doel ik met het lezen van de teksten voor ogen heb. Waarom laat ik deze tekst lezen. Wat is betekenisvol voor de kinderen. Waar wil ik met het lezen van deze tekst naartoe.

In de speel/werktijd wordt er ook al gewerkt aan het nieuwe thema.
Een rekenactiviteit met het meten van stroken waar een taart van wordt gemaakt.
een heerlijke taart verven en erbij schrijven wat voor taart het is en voor wie.
Ook worden er mooie placemats gemaakt, die we later in ons restaurant kunnen gaan gebruiken.
Komende week gaan we ook een start maken met het inrichten van het restaurant.

donderdag 20 oktober 2011

week 9 en 10: voorbereiding nieuw thema: wij gaan (uit) eten

In week 9 hebben we het thema "dierentuin" helemaal afgerond. De laatste ouders zijn op bezoek geweest en naar aanleiding van de foto van dat bezoek is er nog een tekst van de week geschreven.
Ook is het thema geevalueerd. Wij als leerkrachten hebben dat in Horeb genoteerd. Maar ook aan de kinderen hebben we gevraagd wat zij van het thema vonden.
Iedereen vond het een leuk thema. Sommigen vonden het jammer om te stoppen anderen hadden wel weer zin in iets nieuws. Op de computer woorden en zinnen maken vinden ook heel veel kinderen leuk. De dierenboeken waren erg in trek.
Wat heel vaak genoemd werd wat leuk was, was het geven van de rondleiding. Voor ons is dat een bevestiging dat werken naar een einddoel heel belangrijk is. En dat we dat in ons nieuwe thema ook weer gaan doen.

Omdat na de vakantie op donderdag meteen al de eerste klassenconsultaties van De Activiteit zijn willen we  het nieuwe thema snel opstarten. De laatste dagen voor de vakantie is dan ook alles van het thema dierentuin opgeruimd. Alle werkjes gaan in een map met een beschrijving van alles wat we tijdens dit thema hebben gedaan met foto's erbij en ieder kind krijgt dan een eigen map mee naar huis. Voor ons is dit mogelijk een opstap om op een later moment het portfolio verder uit te ontwikkelen.

Fase 0: wij gaan uit eten.
In de vakantie hebben Jeanine en ik  het nieuwe thema voorbereid. Schoolbreed is er voor de komende weken het thema `feest` gekozen. Het opbouwen van een thema begint bij een goede voorbereiding waarin we een eerste schets maken van de mogelijke inhouden en activiteiten die aanbod komen. We maken hierbij gebruik van het ontwerpschema, het webmodel, uit Horeb.

Het thema `feest` is heel breed. Zo breed willen wij ons niet orienteren met de kinderen. Wij hebben besloten het thema `feest´ te versmallen tot `wij gaan (uit) eten.' Wij hebben hiervoor gekozen omdat wij denken dat dit concreter en dus dichter bij de kinderen staat en er binnen dit thema goede spelmogelijkheden zijn (met schrijfactiviteiten). Wij denken hierbij aan het opzetten van een restaurant. Ook sinterklaas en kerst kunnen we in dit thema goed verwerken.

Na de eerste planning in het webmodel hebben Jeanine en ik een aantal startactiviteiten ontworpen. Deze startactiviteiten richten zich op het laten ontstaan van nieuwsgierigheid, betrokkenheid en betekenisvolheid. Impuls 1: de gezamenlijke orientatie. Door middel van de startactiviteiten orienteren we ons in dit nieuwe thema. Orienteren betekent dat er voor ons zicht komt op de ervaringen van kinderen, op hun ideeen en gevoelens. De kinderen komen op verhaal en laten zien wat ze al weten en kunnen. Illustraties, voorwerpen, filmpjes, eigen ervaringen en verhalen (boeken) worden gebruikt om tot een goede inhoudelijke orientatie te komen.
Ook hebben we binnen dit thema een woordenlijst samen gesteld van woorden die aan de orde kunnen komen. We willen er op letten dat die woorden waar letters in voorkomen die nog niet aangeleerd zijn door ons worden aangeboden aan de kinderen.

Startactiviteiten die we voorbereid hebben zijn:
eigen ervaring: eten en uit eten, tekst van de week schrijven, woordweb maken
illustratie van een restaurant en expert lezen over een restaurant (klassenconsultatie)
prentenboek: een taart voor kleine beer
zintuigen: proeven, voelen en ruiken van eten




vrijdag 7 oktober 2011

week 8: Lef!

Deze week staat in het teken van LEF!

Lef! is het thema van de christelijke kinderboekenmaand 2011. Het gaat over kleine en grote helden.
Lef! gaat over kinderen die op een gegeven moment in durven grijpen, een keuze durven maken of  iets durven doen.


In de eerste plaats gaat het over "
Lef" van ouders die een voorleesontbijt organiseerden voor de klas.
En over ouders die voor de leerkrachten een ontbijt regelden omdat het woensdag ook de dag van de leerkracht was. Terwijl de ouders aan het voorlezen waren konden wij in alle rust genieten van een overheerlijk ontbijt. Ouders: jullie zijn helden!
In de groep werd het prentenboek "Sokkendief" voorgelezen. Er hingen een waslijn vol sokken in de klas en  een "oma" kwam breien. De klas was helemaal in de sfeer van het boek.
Het prentenboek was ook weer een mooie aanleiding om een tekst van de week over te schrijven.


Verder gaat het deze week ook over "Lef" van de kinderen. Want zij zijn ook grote helden, omdat zij toch maar mooi een rondleiding hebben gegeven aan hun vader en/of moeder. En dat deden zij vol enthousiasme. Hier hebben we naar toe gewerkt in ons thema, om te laten zien wat we al die weken gedaan hebben en wat we al kunnen. Eerst werd er betaald en daarna kregen de ouders van hun eigen kind een rondleiding door dierentuin "De regenboog". Sommige gidsen lieten ook zien hoe zieke dieren beter gemaakt worden, hoe de dieren gevoerd moesten worden. Er waren ouders die ook in de "winkel" nog wat kochten. Leuk om te zien hoe trots kinderen zijn op wat zij doen! En hoe trots ouders zijn op hun kind.



En tot slot gaat het over "Lef" van onszelf. De leerkrachten van groep 3 en 4. Want deze week kregen we een middag begeleiding van De Activiteit. Nieuwe uitdagingen aangaan, nieuwe werkvormen uitproberen, je verdiepen in de theorie om jezelf verder te ontwikkelen en te verrijken.
Deze begeleiding stond in het teken van expert lezen.
Nog eens werden alle stappen in het expert lezen doorgenomen aan de hand van een filmpje. 
De komende tijd gaan we ons verder verdiepen in het expert lezen en zullen ook de klassenconsultaties in het teken van expert lezen staan.
Wat we bij expert lezen toch moeilijk vinden, is om goede teksten te vinden. Teksten die genoeg informatie geven, maar niet te moeilijk of te makkelijk zijn.
In groep 3 maken we aan het begin van het leesproces vaak zelf onze tekst, omdat we moeilijk teksten kunnen vinden die aansluiten bij het leesniveau en gaan over de dierentuin.
Wat ook belangrijk is, is dat kinderen gemotiveerd gaan lezen, dus de tekst moet wel een uitdaging zijn en iets te vertellen hebben over wat ze willen weten.

Omdat het thema "dierentuin" nu bijna wordt afgesloten stonden we ook stil bij de evaluatie van het thema. Hoe is het thema verlopen. Welke activiteiten gingen goed, welke doelen zijn bereikt en welke niet en wat neem je mee naar het volgende thema. Het evaluatieformulier in Horeb werd ingevuld. Voor jezelf is het belangrijk om te reflecteren op datgene wat je de afgelopen weken gedaan hebt. Het is een leermoment.  Wij vonden zelf dat het spel in de thema hoek goed gespeeld is maar de lees-schrijfactiviteiten waren met name vóór dat het spel begon en niet tijdens het spel. In het volgende thema willen we het spel zo opzetten dat ook het schrijven tijdens het spel meer aanbod komt. (zoals bonnetjes maken ed.)

Volgende week wordt het thema dan ook afgerond om na de vakantie met een nieuw thema te starten.




vrijdag 30 september 2011

week 7 verteltafel en boekenkring

Vol verwachting zitten iedere morgen 2 leerlingen klaar om de reservering van een ouder te noteren in het reserveerboek. Er zijn al heel wat reserveringen gemaakt. De kinderen zijn druk bezig met het schrijven van een rondleiding en oefenen in de thema hoek als oppasser/gids.

Als leerkrachten hebben we het druk met het goed verdelen van de aandacht bij de verschillende begeleidingen. Zo is er de begeleiding van de kleine kring 's ochtends, waar de rondleiding geschreven wordt. Het begeleiden van het spel in de thema hoek 'smiddags. En dan willen we eigenlijk ook nog dat de verteltafel goed tot zijn recht komt. Je hebt het gevoel dat je dan overal tegelijk moet zijn.

De verteltafel is vol enthousiasme opgezet in week 4 en daarna is het spelen met de verteltafel gestopt.
Toch vind ik het belangrijk om de verteltafel te gebruiken. Door boekverhalen te spelen gaan kinderen begrijpen dat er zoiets als boekentaal bestaat en dat verhalen op een bepaalde manier worden opgebouwd. In Slokkebrok rijmen de zinnen zodat ze al gauw een zin kunnen aanvullen. Ook ben ik dan in staat om te observeren in hoeverre een kind een verhaal kan naspelen en navertellen.

Om kinderen weer te interesseren voor de verteltafel besloot ik  het boek van Slokkebrok opnieuw in de kring voor te lezen en te laten uitspelen. Samen een verhaal spelen verbindt.


De opbouw van het meespelen is als volgt:
- je speelt het verhaal voor en neemt alle rollen voor je rekening (je staat model)
- je vertelt/leest de teksten en het kind (de kinderen) voeren met de attributen de handelingen uit. (vaak spreken ze de tekst dan al mee)
- jij neemt een rol voor je rekening en het kind (de kinderen) spreken de dialogen/teksten uit het boek; jij spreekt de verbindende teksten
- de kinderen spelen alle rollen en dialogen zelf met de verbindende teksten.

Slokkebrok is een eenvoudig boek. De rolverdeling is dan dat de één uitspeelt wat de ander vertelt.

Deze week is ook spontaan door de inbreng van een kind de "boekenkring" opgestart.
1 kind wilde heel graag een bladzijde uit zijn leesboek voorlezen. Dat greep ik aan om de "boekenkring"  op te starten. Het boek wordt aan de klas vertoont. Er wordt vertelt waar het boek over gaat, hoe het kind het boek vindt en dan leest hij een stukje voor. Meteen waren er nog meer kinderen die ook over hun boek wilden vertellen en voorlezen. We maken een lijstje zodat iedereen een keer aan de beurt komt. Het stimuleert het lezen enorm. Kinderen oefenen de bladzijde die ze gaan voorlezen heel goed van te voren.
De "boekenkring" wil ik een vast onderdeel van de week maken. Die tijd gebruik ik dan ook om verhalen die met magneetletters gemaakt zijn door kinderen samen te lezen.


Door expert lezen zijn er etenstijden bij de dierentuin voor de verschillende dieren gekomen. (impuls 4) Jeanine is bezig geweest om klokken te maken met de kinderen waarop de voedertijden stonden en een lijst voor in de keuken waar in volgorde de te voeren dieren opstaan met de tijd en het voer dat ze moeten hebben. Hiermee worden ook de activiteiten weer verdiept.

vrijdag 23 september 2011

week 6: het spel in de thema hoek

Een rustige week waarin we verder het spel in de themahoek hebben begeleid naast alle taalactiviteiten. Hiervoor gebruikten we de logboekplanning uit Horeb. We willen kijken in hoeverre kinderen interactief kunnen samenspelen en of er al sprake is van een echte rollendialoog. Om dit te weten te komen observeerden we de kinderen en speelden we ook mee. Meespelen biedt de mogelijkheid om handelingen toe te voegen. Bv. doorlopen bij de kassa zonder te betalen. Ook kunnen kinderen tijdens het spel handelingen toevoegen. bv. vertellen dat er jonkies zijn geboren bij de beren, die ze dan gaan voeren.
Tijdens de observatie zagen we dat kinderen veel steun hebben aan het spelscript. Hier staat met foto en tekst de taak van de oppasser beschreven. (zie foto vorige week) Ook merkten we dat kinderen soms nog niet helemaal wisten wat er precies van hen verwacht werd in het rollenspel. Welke rollentaal gebruik je eigenlijk. Wat zeg je als bij de kassa zit, wat zeg je als je een rondleiding geeft en wat zeg je als de rondleiding is afgelopen.
Daarom besloten Jeanine en ik om samen het spel in de themahoek voor te spelen.
Van "voordoen komt nadoen", merkten we.  Op deze manier wordt er kinderen een beeld aangereikt hoe ze het spel kunnen spelen. Bij het voordoen had Jeanine ook een papier in haar hand waar wat informatie over dieren op stond die ze bij de rondleiding gebruikte. Dit stimuleerde de kinderen om ook een rondleiding te schrijven. Door oppasser te zijn zien ze dat geschreven taal gebruikt kan worden om de activiteit nog betekenisvoller te maken. Wat nog niet zo naar voren komt in het spel bij de dierentuin zijn schrijfactiviteiten tijdens en in het spel zelf. In een volgend thema zouden we hier meer op kunnen letten. Nu zijn veel schrijfactiviteiten vooraf gegaan aan het spel, zoals het maken van informatie bordjes, een rondleiding, taakbriefjes.
Wel zijn er rekenactiviteiten in het spel verwerkt bij het betalen van de entree en het kopen in het winkeltje.
Tijdens een kringgesprek werd er besproken of de dierentuin alleen door onze eigen leerlingen uit de klas bezocht mocht worden. Dat gaf heel wat reacties. Vaders en moeders mochten ook komen kijken.
Die moeten uitgenodigd worden en ze moeten dan een rondleiding krijgen van hun eigen kind.
Deze nieuwe uitdaging geeft ook een extra dimensie aan het spel, want nu is het spel oefenen voor het bezoek van papa en mama aan de dierentuin.
Tijdens het gesprek werd ook gezegd dat niet iedereen tegelijk kan komen. Er moest een lijst komen waarop de vaders en moeders hun naam kunnen schrijven. Hiermee komen meteen weer heel wat schrijfactiviteiten aan bod: een uitnodiging maken, de rondleiding schrijven, de lijst maken waar ouders zich kunnen opgeven. De kinderen zijn erg enthousiast.  Volgende week mogen iedere ochtend 2 kinderen klaar zitten bij de kassa van de dierentuin om ouders in te schrijven voor de rondleiding.
Hiermee verbreden we de activiteit en werken we echt naar een einddoel.

Naast het spel, het lezen en het schrijven zijn we ook creatief bezig geweest. Een opdracht om het oceanium mooi te maken met een "zee van water". Ik noemde het "kunst" wat we gingen doen. Eigenlijk was het ook het oefenen van schrijfbewegingen in een tekening. Al spelender wijs zijn ze zo met motorische oefeningen bezig. Zelfs motorisch zwakke kinderen vonden het leuk om zo'n tekening te maken.

vrijdag 16 september 2011

week 5: expert lezen en spelscript

Deze week hebben we ons vooral geconcentreerd op het expert lezen en het spel in de themahoek.

Bij het lezen en schrijven gaat het om activiteiten die zich in vier delen verbonden aan elkaar afspelen. Dat zie je in expert lezen heel goed terug. Die vier delen zijn: motivatie, begrip, woordenschat en techniek. Kinderen zijn gemotiveerd (M) om een antwoord op hun vraag te zoeken. door nieuwe strategieen aan te leren als sleutelwoorden onderstrepen, wordt hun begrip (B) van de tekst groter. Door nieuwe woorden in de tekst wordt hun woordenschat (W) uitgebreid en ze trainen een technische vaardigheid (T)
We vroegen ons eerst af of we niet te snel aan expert lezen zouden gaan beginnen omdat we nog weinig echte lezers hebben. Toch startte Jeanine dinsdag met 3 eenvoudige teksten naar aanleiding van het bezoek aan de dierentuin. De teksten bevatten een aantal nieuwe woorden, maar er kwamen ook veel bekende woorden in voor. De strategie van het onderstrepen van "sleutelwoorden" werd besproken. De kinderen werkten in tweetallen. (zie voor de opbouw van een les expert lezen ook het bericht "expert lezen"). Als alle kinderen hun tekst hebben gelezen presenteren een aantal tweetallen aan de klas wat ze nu eigenlijk te weten zijn gekomen na het lezen van hun tekst. Het is mooi om te horen dat ieder tweetal wel iets over hun eigen tekst kan vertellen. Ze zijn echte experts geworden en met elkaar worden we nu door het presenteren 'expert' van alle drie de teksten.
Hoe belangrijk is het om hoge verwachtingen te hebben....de kinderen vonden het geweldig zo samen een tekst te lezen en te vertellen wat ze gelezen hadden.
Later in de week kon ik hierop verder werken door 2 antwoorden van vragen over dolfijnen (van de vragenwand) in een tekst te verwerken. Deze tekst bevatte meer en moeilijkere woorden dan de eerste tekst. Maar ook hier kwamen de kinderen samen goed uit. In een community of learning komen ze samen echt heel ver met het lezen van een tekst.
Bij het expert lezen is gebruik gemaakt van de 4 stappen methodiek voor het lezen:
- orientatie en gemeenschappelijke basis leggen
- inzoomen op de illustratie en tekst
-tekst lezen (sleutelwoorden onderstrepen)
-reflectie, evaluatie, presentatie en waardering

Daarnaast hebben we ons eveneens beziggehouden met observaties in de thema hoek. Bij de brede ontwikkeling van het rollenspel letten we vooral op: actief zijn, initiatief nemen en plannen maken en het samenspelen en samen werken.
Verder is voor ons ook het taal-denken in het rollenspel belangrijk en wilden we door als bezoeker van de dierentuin mee te spelen kijken of de kinderen zich konden inleven in de rol van oppasser die vertelt over zijn werk. Om kinderen voor te bereiden op de rol die ze gaan spelen hebben we met de kinderen een spelscript gemaakt van de rol van oppasser als ondersteuning.
 
Als bezoeker wilde ik ook een nieuwe handelingsmogelijkheid toevoegen (impuls 4) nl. iets kopen in de winkel. De winkel was er al wel maar er stond nog niet veel in wat je kon kopen en ook niet wat het kostte. Dan komt de brede ontwikkeling en de taal-denk ontwikkeling goed naar voren als je ziet hoe kinderen meteen aan de slag gaan om prijskaartjes te maken en een bordje met winkel erop schrijven.

De vervolgactiviteit was dat de 2 oppassers waar ik bij op bezoek geweest ben 2 andere bezoekers kregen: kinderen uit de klas. Zo kunnen wij ook zien of ze zich zonder onze tussenkomst kunnen blijven inleven in de rol van oppasser. Op deze manier zijn de kinderen druk bezig met geld rekenen (aan de kassa moet tenslotte eerst een kaartje gekocht worden en in de winkel) verzorgen van de dieren en een rondleiding geven.
Ook impuls 5 (reflecteren op de activiteit) komt dan na afloop aan de orde door te vragen of aan de bezoekers of ze een rondleiding gekregen hebben, wat ze gehoord hebben. Maar ook hoor je dan wanneer een oppasser uit zijn rol valt (bv. geld uitdelen in de dierentuin), waar je weer op in kan haken. Kinderen die bezoeker zijn geweest, kunnen dan de volgende keer oppasser zijn.

Komende week gaan we deze spelactiviteit continueren.
De verteltafel is ook klaar. Samen met 2 kinderen hebben we die gespeeld. Ook hier kunnen we komende week verder mee aan de slag.